Beleid preventie seksuele intimidatie en misbruik

Beleid preventie seksuele intimidatie en misbruik
(vastgesteld december 2020)

 

Achtergrond en aanleiding

Sporten in een veilige omgeving zou voor iedereen een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Door de  berichten in de media worden we er regelmatig op gewezen dat de praktijk soms anders uitwijst. De sport is – evenals andere maatschappelijke sectoren – kwetsbaar voor integriteitsschendingen, waaronder seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Enige tijd geleden verscheen het Rapport van de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport (hierna: het rapport)[1]. Directe aanleiding voor het rapport en het daaraan voorafgaande onderzoek, waren meerdere meldingen – internationaal en nationaal – van topsporters die als minderjarige sporter te maken hadden gehad met seksuele intimidatie en/of misbruik. Deze  werden gevolgd door meerdere verhalen van Nederlandse amateursporters die eenzelfde ervaring hadden gehad. Een van de conclusies uit het rapport is dat seksuele intimidatie en misbruik in de sport vaak voorkomen. Eén op acht sporters heeft ooit wel eens te maken gehad met seksuele intimidatie.

Daarbij lijken kinderen, LHBT’ers, sporters met een beperking en topsporters extra kwetsbare groepen te zijn voor grensoverschrijdend gedrag door anderen.

De meldingen variëren van o.a. verbale seksuele intimidatie, ongewenste aanrakingen, het versturen van seksueel getinte WhatsApp berichten en voyeurisme tot aanranding, verkrachting en langdurig misbruik. Het hoeft geen betoog dat de gevolgen van seksuele intimidatie en misbruik voor slachtoffers buitengewoon ingrijpend kunnen zijn. Het kan leiden tot psychische, psychosomatische en lichamelijke klachten die zowel op korte als langere termijn aanwezig kunnen blijven.

 

Beleid voorkomen seksuele intimidatie en misbruik

Seksuele intimidatie is een lastig onderwerp, waarvan elke sportvereniging hoopt dat het bij hen niet voor zal komen. Maar de kop in het zand steken en het er maar niet over hebben is geen oplossing.

Wij willen een vereniging zijn waar iedereen veilig en plezierig kan sporten en waar geen plek is voor seksuele intimidatie. Reden om het onderwerp op de agenda te zetten en preventief beleid te voeren. Daarbij is het belangrijk ons te realiseren dat de omgang tussen mensen en het lichamelijke contact bij het sporten zich niet tot in detail laten regelen. Dat is ook niet de bedoeling van het beleid. Lichamelijk contact kan functioneel zijn en een ‘aai over de bol’ kan motiverend en prettig zijn. Aanrakingen en bijvoorbeeld het geven van complimentjes moeten in de sport geen taboe worden. Geen enkel beleid of instrumentarium zal leiden tot een garantie dat er nooit een incident van seksueel grensoverschrijdend gedrag zal plaatsvinden. Wel kunnen we maatregelen treffen waardoor de kans daarop zo klein mogelijk is.

Een belangrijk middel bij het bereiken van dit doel is het informeren van de leden, vrijwilligers en andere betrokkenen bij de vereniging over de omgangsregels en gedragsregels die rondom dit onderwerp van toepassing zijn. Daarnaast is het van belang dat wij aandacht hebben voor de achtergronden van de personen die onze sporters begeleiden én dat er een centraal aanspreekpunt binnen de vereniging is, waar leden of andere betrokkenen met vragen en/of zorgen terecht kunnen.

Ten slotte is het goed om duidelijk te omschrijven wat men kan verwachten – van de vereniging en/of van het KNKV – én wat de mogelijke vervolgstappen zijn, als er wel sprake is van een melding of en klacht.

Met inachtneming van deze uitgangspunten, in samenhang met de adviezen van NOC*NSF over dit onderwerp (voortvloeiend uit de verschillende deskundigenrapportages) – komt de vereniging tot de inzet van de volgende beleidsinstrumenten.

 

Omgangs- en gedragsregels

Omgangsregels

In 2016 heeft DeetosSnel algemene omgangsregels geïntroduceerd die zien op sfeer, sportiviteit, het gedrag en het respect richting andere personen en materialen, en verantwoordelijkheid hierin ten aanzien van aanspreken en melden. Deze omgangsregels worden aangevuld met een bepaling over ongewenst fysiek contact. De omgangsregels zijn van toepassing op alle leden, andere betrokkenen en bezoekers van de vereniging en luiden als volgt:

  1. Iedereen is welkom
  2. Wij zorgen voor een positieve sfeer en een sportief klimaat
  3. Wij laten de kinderen hun spel spelen
  4. Wij vloeken, schelden en pesten niet
  5. Wij tonen waardering voor de scheidsrechter
  6. Wij gaan zorgvuldig om met onze accommodatie en materialen
  7. Wij spreken elkaar aan op verkeerd gedrag
  8. Als er problemen zijn, maken we er melding van
  9. We raken elkaar niet aan als dat niet gewenst is

 

Gedragsregels Seksuele Intimidatie

Naast de algemene omgangsregels zijn op alle leden van de vereniging (en/of het KNKV) gedragsregels van toepassing die specifiek zien op seksuele intimidatie en misbruik.

Deze regels zijn opgenomen in het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie Instituut Sportrechtspraak (ISR) (versie 2015) en artikel 9 lid 1 van de Statuten van het KNKV. De regels zijn van toepassing verklaard in het Tuchtreglement KNKV en vormen de huidige grondslag voor de tuchtrechtspraak door het KNKV[2].

Op grond van deze regels is het de leden van de vereniging (en/of het KNKV) verboden zich – in relatie tot beoefening van de korfbalsport – schuldig te maken aan:

  • elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie (duiding) dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige of beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd;
  • de in de artikelen 239 tot en met 250 (Titel XIV: misdrijven tegen de zeden) van het Wetboek van Strafrecht strafbaar gestelde feiten. [3]

 

Aanvullende gedragsregels begeleiders

Voor personen die binnen de vereniging tevens begeleider zijn, gelden daarnaast ook de hieronder opgenomen aanvullende gedragsregels. Onder ‘begeleider’ wordt verstaan degene die een sportbeoefenaar begeleidt en/of voor die begeleiding verantwoordelijk is (waaronder in ieder geval begrepen het trainen, coachen en/of verzorgen) op en rondom de plaats waar de sportbeoefening of de voorbereiding daarop plaatsvindt.

Onder sportbeoefening wordt begrepen zowel de sportactiviteiten zelf als alle activiteiten die een directe relatie met die sportbeoefening hebben.

  1. De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig kan voelen.
  2. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van machtsmisbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
  3. De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast.
  4. De begeleider dringt niet verder in het privéleven van de sporter door dan nodig is in het kader van de sportbeoefening.
  5. De begeleider zal tijdens training(stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.
  6. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
  7. De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten, via welk communicatiemiddel dan ook.
  8. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
  9. De begeleider heeft de plicht – voor zover in zijn vermogen ligt – de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie.
  10. De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen.
  11. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen.
  12. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.[4]

De aanvullende gedragsregels zijn richtlijnen voor de begeleider en geven aan waar de grenzen liggen in het contact tussen de begeleider en de sporter. Ze fungeren als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties. Ze nodigen uit tot nadenken en discussiëren over het eigen handelen en dat van anderen in de sportomgeving.

 

Verklaring voor begeleiders/niet leden

Het is wenselijk dat de gedragsregels (voor begeleiders) ook van toepassing zullen zijn op begeleiders die geen lid zijn van de vereniging en/of het KNKV. Om die reden zal aan personen die geen lid zijn van de vereniging en/of het KNKV, maar die wel begeleidingsactiviteiten verrichten binnen de vereniging, worden gevraagd om een verklaring te ondertekenen waarmee zij zich onderwerpen aan de gedragsregels seksuele intimidatie, statuten en reglementen van DeetosSnel en het KNKV, waaronder het tuchtrecht van het KNKV. (zie bijlage 3)

 

Informeren

De vereniging zal zich inspannen om haar leden en/of begeleiders bekend te maken met de geldende gedragsregels. Onder meer door de gedragsregels een zichtbare plek te geven op de website, door de gedragsregels op te hangen in de voor de leden en vrijwilligers van de vereniging toegankelijke ruimtes (sportcafé) en door (ouders van) nieuwe leden bij aanmelding te wijzen op het beleid en aan hen een afschrift van de gedragsregels te overhandigen.

Daarnaast zal de vereniging zich inspannen om voorlichting te geven aan de leden en/of begeleiders en de trainers/coaches/begeleiders (eventueel in-house) in staat te stellen de door NOC*NSF aangeboden cursus ‘Herkennen en voorkomen van (seksueel) overschrijdend gedrag’ te volgen.

 

Vertrouwenscontactpersoon (VCP) DeetosSnel

De vertrouwenscontactpersoon (VCP) is binnen de vereniging het eerste aanspreekpunt voor iedereen die vragen heeft over, of te maken heeft met seksuele intimidatie of ander grensoverschrijdend gedrag (agressie, pesten, discriminatie e.d.). De VCP biedt de eerste opvang en een luisterend oor aan degene die in vertrouwen zijn verhaal kwijt wil. Naar aanleiding van wat de VCP ter ore komt zal deze de betrokkene informeren over procedures en mogelijke vervolgstappen, over welke consequenties deze stappen kunnen hebben en over de (externe) instanties waartoe de betrokkene zich kan wenden voor de verschillende vervolgstappen. De VCP kan de betrokkene ook doorverwijzen naar de relevante hulpverlening.  De VCP gaat zorgvuldig met de ontvangen informatie om. Daarnaast adviseert en ondersteunt de VCP het bestuur van de vereniging bij het voeren van preventief beleid. De VCP is daarmee voor de vereniging een belangrijke schakel bij de preventie van seksuele intimidatie.

DeetosSnel zal er voor zorgdragen dat er steeds twee vertrouwenscontactpersonen binnen de vereniging zijn aangesteld. Enerzijds om ervoor te zorgen dat degene die contact wil opnemen een keuze heeft (bijvoorbeeld omdat er binnen verenigingsverband een persoonlijke en/of nauwe band bestaat met één van de vertrouwenscontactpersonen) en verder zodat de vertrouwenscontactpersonen in voorkomende gevallen voor elkaar kunnen waarnemen en de continuïteit gewaarborgd is.

 

Opleiding

De vereniging zorgt ervoor dat de VCP adequaat is opgeleid voor zijn/haar taak.

De VCP wordt daarom – alvorens deze de functie gaat vervullen of in ieder geval zo snel mogelijk – in staat gesteld om vanuit de vereniging de opleidingsmodule Vertrouwenscontactpersoon bij NOC*NSF te volgen en de daarbij behorende periodieke bijscholing.

 

Kenbaarheid

De VCP moet binnen de vereniging een laagdrempelig aanspreekpunt zijn. Daarom is het van belang dat zoveel mogelijk mensen binnen de vereniging op de hoogte zijn van het bestaan van de VCP, van de taakomschrijving en de manieren waarop de VCP te bereiken is.

De vereniging zal de kenbaarheid van de VCP vergroten, onder meer door:

  • – de functie en contactgegevens op een zichtbare plek op de website verder te belichten;
  • – een korte omschrijving van de werkzaamheden en werkwijzen en contactgegevens van de VCP op te hangen in de voor de leden en vrijwilligers van de vereniging toegankelijke ruimtes (sportcafé);
  • – (ouders van) nieuwe leden bij aanmelding te informeren dat er binnen de vereniging een VCP is aangesteld.

 

Verklaring Omtrent het Gedrag

Een effectief gebleken instrument in de preventie van seksuele intimidatie is het verlangen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) van vrijwilligers die vanuit hun functie in aanraking komen met kwetsbare doelgroepen zoals minderjarigen, sporters met een beperking en jonge topsporters.

Een VOG is een verklaring van het ministerie van Veiligheid en Justitie waaruit blijkt dat het gedrag uit het verleden van een persoon geen bezwaar oplevert voor het doel waarvoor de verklaring wordt aangevraagd, in dit geval: het werken met jeugd en andere kwetsbare groepen bij een sportvereniging.

Het verplicht stellen van een VOG geeft meer inzicht in het verleden van de persoon voor wie de verklaring wordt aangevraagd. Het vermindert de kans dat personen, die eerder zijn veroordeeld voor een zedendelict, een functie binnen de vereniging kunnen uitoefenen. Door als vereniging een VOG te verlangen van de hierna te benoemen vrijwilligers laten wij als vereniging zien dat we de sociale veiligheid van onze leden serieus nemen.

Voor alle onderstaande functies wordt een VOG verlangd:

  • trainers / coaches / begeleiders / verzorgers jeugdteams [5]
  • trainers / coaches / begeleiders / verzorgers G-korfbal
  • begeleiders herfstkamp
  • trainers en verzorgers 1e en 2e selectie

DeetosSnel is in dit verband toegelaten tot de Regeling Gratis VOG van het NOC*NSF. Dat betekent praktisch gezien dat binnen de vereniging de contactpersoon VOG belast is met het klaarzetten van de aanvraag voor de vrijwilliger en het in ontvangst nemen en administratief verwerken van de VOG.

De contactpersoon VOG vervult deze functie – bij voorkeur – voor langere tijd en is vanuit een professionele achtergrond in staat om op de juiste wijze om te gaan met vertrouwelijke informatie.

Nadere informatie over onder meer de wijze waarop de VOG moet worden aangevraagd, wat er getoetst wordt en hoe lang de VOG geldig is, is opgenomen in bijlagen 4 en 4a.

De VOG is een momentopname en zegt dus niets over de toekomst van een persoon. Mede op basis van adviezen vanuit de betrokken organisaties stellen wij verplicht dat de vrijwilliger behorende tot de aangewezen categorie iedere 3 jaar een VOG overlegt. Dit leidt uitzondering als de vrijwilliger langdurig geen werkzaamheden voor de vereniging heeft verricht of anderszins langdurig uit het gezichtsveld van de vereniging is geraakt. Hierbij wordt uitgegaan van een periode van 2 jaar. Bij hervatting van de werkzaamheden kan dan opnieuw een VOG worden gevraagd.

 

Aannamebeleid vrijwilligers in vastgestelde functies

Naast het verlangen van een VOG zal er ten aanzien van ‘nieuwe’ vrijwilligers in de aangewezen functiegroepen (trainers/coaches/verzorgers van jeugdteams) een breder aannamebeleid worden gevoerd. Dit om een beter beeld te krijgen van de personen die niet eerder als lid of vrijwilliger bij de vereniging betrokken zijn geweest (bijvoorbeeld omdat ze afkomstig zijn van een andere vereniging).

Het bredere aannamebeleid zal bestaan uit de volgende onderdelen:

  • Kennismakingsgesprek

Er wordt een kennismakingsgesprek gevoerd met de nieuwe vrijwilliger. In het gesprek wordt gevraagd naar de motivatie van de vrijwilliger om bij DeetosSnel met de jeugd te willen werken, naar zijn/haar werkervaring en naar referenties bij vorige verenigingen/organisaties.

  • Referenties checken

Er zal vervolgens naar aanleiding van de opgegeven referenties – met toestemming van de nieuwe vrijwilliger -contact worden opgenomen met de vereniging/organisatie waar de vrijwilliger eerder actief is geweest, om navraag te doen of de verkregen informatie (uit het CV of gesprek) juist is.

  • Verklaring onderwerping tuchtrecht KNKV

Van de vrijwilliger in de aangewezen functie die geen lid is van de vereniging en/of het KNKV zal worden gevraagd een verklaring te ondertekenen waarmee deze verklaart zij te zullen onderwerpen aan de gedragsregels seksuele intimidatie, statuten en reglementen van DeetosSnel en het KNKV, waaronder het tuchtrecht van het KNKV (bijlage 3).

 

Hoe gaan we om met een vermoeden of een melding van een incident?

Naast het inzetten van preventieve instrumenten is het net zo belangrijk om duidelijkheid te geven over de wijze waarop wij als vereniging omgaan met vermoedens- of een melding van seksuele intimidatie en of er meer of andere mogelijkheden zijn voor een vertrouwelijk gesprek of een melding buiten de vereniging.

 

Gesprek met de VCP

Zoals hiervoor aangegeven kan een (vertrouwelijk) gesprek plaatsvinden over een incident bij de VCP van DeetosSnel. In dat gesprek zal de VCP luisteren naar het verhaal, de betrokkene informeren over mogelijke vervolgstappen en de bijbehorende consequenties van deze stappen. De VCP kan de betrokkene in het gesprek ook informeren over de (externe) instanties waartoe de betrokkene zich kan wenden voor de verschillende vervolgstappen en indien gewenst verwijzen naar de relevante hulpverlening. De betrokkene besluit zelf of hij/zij naar aanleiding van het gesprek een officiële melding wil doen.

De VCP is verantwoording verschuldigd aan het dagelijks bestuur en informeert het bestuur in ieder geval als de casus noodzakelijk leidt tot het ondernemen van verdere stappen in verband met sancties.

 

Melding bij het bestuur

Als de betrokkene besluit melding of klacht te doen van een incident, dan moet deze melding of klacht worden gedaan (binnen de vereniging) bij het bestuur.

Alles kan en mag gemeld worden als het door de melder als belangrijk wordt ervaren en iedereen (die iets waarneemt of ergens wetenschap van heeft) kan een melding doen. Dit houdt niet in dat iedere melding een groot onderzoek vraagt, maar wel dat iedere melding opvolging verdient. Omdat de aard van de melding in ernst en omvang enorm kan variëren, laat de wijze waarop vervolgens door het bestuur en/of de VCP gereageerd wordt en welke vervolgstappen genomen moeten worden, zich niet vooraf bepalen.

In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat:

  • iedere melding serieus wordt genomen en zorgvuldig en voortvarend wordt behandeld;
  • er twee of drie bestuursleden worden aangewezen die de melding oppakken en afhandelen;
  • gesprekken, bevindingen en de wijze waarop de melding wordt afgehandeld nauwkeurig worden gedocumenteerd.

 

Andere mogelijkheden

DeetosSnel voorziet zelf in de mogelijkheid om een vertrouwelijk gesprek te hebben met de VCP binnen de vereniging en/of melding te doen van een incident bij het bestuur.

Indien degene die melding wil doen van een incident (of een vertrouwelijk gesprek hierover wil voeren) zich niet comfortabel voelt bij de door DeetosSnel geboden faciliteiten, kan een gesprek/melding bij de vertrouwenspersoon van het KNKV of het Centrum Veilige Sport Nederland als alternatief worden overwogen.

 

KNKV

Het KNKV heeft een vertrouwenspersoon voor gevallen van seksuele intimidatie. Deze vertrouwenspersoon staat los van de tuchtcommissie. Wie in vertrouwen iets kwijt wil, een situatie wil voorleggen of advies wil in zaken van mogelijke seksuele intimidatie, kan met deze vertrouwenspersoon contact opnemen. De vertrouwenspersoon kan benaderd worden via 0343-499600.

 

Centrum Veilige Sport Nederland (voorheen: Vertrouwenspunt Sport)

Voor vragen, twijfels en meldingen aangaande seksuele intimidatie (en ander grensoverschrijdend gedrag) kan ook contact opgenomen worden met het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN). Het CVSN is een door NOC*NSF ingesteld orgaan waar meerdere medewerkers en vertrouwenspersonen bereikbaar zijn voor gesprekken, advies en meldingen, over onderwerpen die raken aan de integriteit van de sport, zoals seksuele intimidatie en misbruik, maar ook matchfixing en dopinggebruik.

De medewerkers van het CVSN luisteren, denken mee en begeleiden de beller in de beste oplossing. Iedereen mag contact opnemen met het CVSN. Zowel sporters, trainers, bestuurders als vertrouwenscontactpersonen, maar ook bezorgde ouders en professionals. Het centrum beschikt over een poule van vertrouwenspersonen die degene die contact zoekt kunnen begeleiden bij incidenten, zowel slachtoffers en beschuldigden. Dit vanuit de idee dat er aan iedereen die betrokken is bij een incident recht wordt gedaan.

Het CVSN is bereikbaar op het gratis telefoonnummer 0900-2025590 (werkdagen tussen 8:30 en 17:30 uur) en per email op centrumveiligesport@nocnsf.nl.

Aanvullende manieren om contact te zoeken en aanvullende informatie over het CVSN zijn te vinden op https://centrumveiligesport.nl.

 

 

 

[1] Rapport van de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de Sport – 2017 (ISBN 978-90-5472-403-2), op te vragen en in te zien bij het bestuur.

[2] Het meest recente Tuchtreglement Seksuele Intimidatie ISR (versie maart 2019) is (nog) niet van toepassing nu het KNKV voorziet in eigen tuchtrechtspraak en daarvoor niet is aangesloten bij het ISR.

[3] artikel 2 van het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie ISR (2015). Integrale tekst opgenomen in bijlage 1

[4] Artikel 3 van het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie ISR (2015). Integrale tekst opgenomen in bijlage 2

[5] In beginsel vanaf de leeftijd van 16 jaar

DeetosSnel Korfbal